Algemeen

Inleiding

De afgelopen edities van de perspectiefnota zijn steeds ingeleid met een weinig positieve statusupdate van onze financiële situatie: ‘De financiële positie van de gemeente vraagt om een heroverweging van het gemeentelijke beleid’ (Perspectiefnota 2019-2023) en ‘We moeten hard werken en duidelijke keuzes maken om onze middelen in balans te brengen en te houden’ (Perspectiefnota 2018-2022). Deze statusupdates schetsten een niet al te positief financieel vooruitzicht. Daarnaast gaven ze de noodzaak aan van het maken van keuzes en het passend maken van ons takenpakket en het voorzieningenniveau bij de omvang van onze gemeente.

Gelet op onze financiële situatie weer een jaar verder, is het verleidelijk en gerechtvaardigd om ook deze perspectiefnota te beginnen met eenzelfde statusupdate. Alleen hebben we dit jaar te maken met een situatie die anders en nog serieuzer is dan de vorige jaren: de COVID-19 (coronavirus) pandemie. De effecten van de pandemie en de maatregelen die in het kader hiervan de afgelopen periode zijn (en nog steeds worden) genomen hebben een directe en grote impact op onze samenleving. In dat opzicht zijn ze veel minder abstract dan de vooruitzichten en beleidsmaatregelen die worden geschetst in een perspectiefnota.

De ontwikkelingen en maatregelen die worden genomen om de uitbraak onder controle te krijgen volgen elkaar nog steeds snel op. Hoewel direct voelbaar voor onze inwoners die hun baan zijn kwijtgeraakt, kinderen die niet naar hun school en sport hebben kunnen gaan, ondernemers die hun omzet hebben zien verdampen en ouderen die geen bezoek van hun naasten (hebben) mogen ontvangen, is de impact (op de lange termijn) van de situatie op de samenleving en nog niet helemaal duidelijk. Ook voor ons is de impact onduidelijk. De afgelopen weken hebben we verschillende acties ondernomen en keuzes gemaakt om ook in de nabije en wat verdere toekomst de effecten van de crisis aan te kunnen. Het is echter nog niet duidelijk in welke mate we deze gecompenseerd krijgen door het Rijk. Vooralsnog gaan we wel uit van volledige compensatie door het Rijk.

Vorig jaar hebben we een intensief traject doorlopen om een sluitende begroting te presenteren, ondanks de ontoereikende bekostiging vanuit het Rijk voor taken die de afgelopen jaren bij ons zijn ondergebracht. In dit traject hebben we onze rol en positie als gemeente onder de loep genomen, en gekeken in hoeverre onze activiteiten bijdragen aan het bereiken van onze doelstellingen. We hebben dit gedaan vanuit de gedachte dat we als gemeente van meerwaarde zijn voor de Renkumse samenleving en zelfstandig onze keuzes willen maken.

Ondanks dat die noodzaak er zeker is, hebben we besloten dit jaar niet weer een dergelijk traject te doorlopen, eentje waarbij we nog kritischer gaan kijken naar onze taken en rollen. We kiezen ervoor om de negatieve financiële ontwikkelingen wat betreft onze huidige taken inzichtelijk te maken. We zetten hier vervolgens geen nieuwe bezuinigingen tegenover.  Hiervoor zijn een aantal redenen:

  • We willen echt vasthouden aan onze doelstellingen die we essentieel vinden voor de Renkumse samenleving, de leefbaarheid en het functioneren van de gemeentelijke organisatie.
  • We verwachten dat nieuwe bezuinigingen er toe leiden dat de Renkumse economie minder snel zal herstellen in een post-coronatijd dat er ongetwijfeld ook anders uit zal zien.
  • We verwachten dat nieuwe bezuinigingen er toe leiden dat het voorzieningenniveau en de leefbaarheid in onze dorpen er op achteruit gaan, en dat inwoners die zorg en ondersteuning nodig hebben die niet meer goed kunnen krijgen.
  • We willen het voorzieningenniveau en de sociale infrastructuur van onze samenleving niet verder afbreken als dat een gevolg is van onvoldoende structurele Rijksmiddelen die we ontvangen voor de (nieuwe) taken en wetten die we uitvoeren en uit gaan voeren.
  • We zien immers een relatief groot aantal nieuwe taken en wetten op ons afkomen waarbij het maar zeer de vraag is of het Rijk bij deze taken wel voldoende structurele middelen beschikbaar geeft.
  • We geven daarmee een belangrijk signaal af aan onze toezichthouder en het Rijk dat verandering in de herverdeling van fondsen nodig is en financiële solidariteit tussen de verschillende overheidslagen het uitgangspunt moet worden. We moeten het samen doen.

We moeten dus scherp aan de wind zeilen, waarbij we de koers vasthouden die we hebben uitgezet in de perspectiefnota van vorig jaar. Dat betekent dat we geen ruimte hebben voor nieuwe wensen en/of nieuw beleid. Toch hebben we in deze perspectiefnota een lijstje opgenomen van wensen en nieuw beleid waar we geen middelen voor hebben, maar die wel noodzakelijk zijn om onze doelstellingen (beter) te bereiken. We vinden het wel belangrijk om aan de raad en de samenleving duidelijk te maken dat we deze stuk voor stuk wel graag willen realiseren. De uitdaging is daarbij om in de politieke afwegingen een balans te vinden tussen wensen en dekking. Indien we een wens of nieuw beleid willen opnemen in de begroting vraagt dat ook het maken van keuzes in wat we de dan niet meer doen (nieuw voor oud).

Verder gaan we aan de slag met het inzichtelijk maken van nieuwe ontwikkelingen en taken waar we als gemeente mee te maken krijgen – zoals beschermd wonen, de Wet inburgering en de herverdeling van het gemeentefonds – en wat dat betekent voor de uitkering die we ontvangen vanuit het Rijk.

ga terug
Deze pagina is gebouwd op 06/24/2020 08:59:51 met de export van 06/24/2020 08:54:14